stoommachines

De negentiende eeuw noemen we hier de tijd van burgers en stoommachines. In dit tijdvak werd er een democratie gevormd en ontstonden de eerste emancipatiebewegingen. Maar ook de wetenschap groeide nog steeds door. Er werden vele ontdekkingen gedaan die grote gevolgen in de geschiedenis hebben gehad. Enkele belangrijke uitvinders van de 19e eeuw zijn bijvoorbeeld Thomas Edison en Alexander Graham Bell. Beiden kwamen uit Amerika. Edison heeft de gloeilamp ontwikkeld en de basis gelegd voor de technieken om film te maken en te kijken. Bell kennen wij vanwege zijn ontdekking om geluid om te zetten in elektrische trilling. Deze elektrische trilling kon snel een lange afstand afleggen, waar het weer omgezet kon worden in geluid. Op deze manier kon je met elkaar praten zonder.

De uitvinding van de (industriële) stoommachine markeerde het begin van de industriële revolutie; voor het eerst was arbeidsvermogen overal realiseerbaar om machines aan te drijven, waar voor die tijd met handkracht, trekdieren, watermolens en windmolens moest worden gewerkt. De stoomlocomotief is een bekende toepassing van de stoommachine. Voor tijdelijk of licht werk kon een locomobiel worden ingezet.

Zuigerstoommachines worden, behalve in een aantal nog steeds in gebruik zijnde stoomschepen, tegenwoordig niet meer gebruikt. Waar behoefte is aan een onafhankelijke krachtbron is een stoomturbine, dieselmotor, benzinemotor of aggregaat vrijwel altijd efficiënter, goedkoper, minder vervuilend en/of lichter. Wel worden zuigerstoommachientjes nog als modelspeelgoed verkocht en zijn er in veel industrie- en techniekmusea zoals Twents Techniekmuseum HEIM nog prachtige, werkende exemplaren te bewonderen.

 

Tijd van pruiken en revoluties

Na de gouden eeuw kwam het tijdvak van pruiken en revoluties. Dit was de achttiende eeuw. Aan het einde van de 17e eeuw waren we veroverd door de Fransen. De Franse koning Lodewijk XIV regeerde vanuit zijn prachtige paleis in Versaille over een groot gebied. Nederland maakte ook deel uit van dit gebied. In de 18eeeuw werd nog geloofd dat de koning zijn macht van God gekregen had. Dit zorgde ervoor dat de koning een voorbeeld was voor vele mannen in dit tijdvak. Ze droegen dezelfde kleren als Lodewijk XIV. Ook droegen ze, net als de koning een pruik. Lodewijk XIV droeg zijn pruik waarschijnlijk omdat hij kaal was. Ook poederde hij zijn gezicht wit. Dat was toen mode. Rijke mensen mochten namelijk niet bruin worden.

Na Lodewijk XIV werd Lodewijk XV koning van Frankrijk. Lodewijk XV was de achterkleinzoon van Lodewijk XIV. Hij was de slechtste koning die Frankrijk ooit gehad heeft. In het jaar 1715 werd hij tot koning gekroond. Hij was toen nog maar 5 jaar oud. Hij kon niet met geld omgaan en wilde continu verwend worden en zich omringen met luxe.

Lodewijk XV kreeg veel kritiek van beroemde en invloedrijke filosofen. Rousseau was een van de filosofen die het niet eens was met de manier hoe hij het land regeerde.  Hij was een belangrijk filosoof in degeschiedenis. Hij zei dat Lodewijk XV zijn macht helemaal niet van God had gekregen. Hij kreeg zijn macht van het volk en moest dus goed voor het volk zorgen. Voltaire was een collega van Rousseau. Hij zei dat iemand die zijn werk niet goed deed, ontslagen mocht worden. De koning deed zijn werk niet goed en mocht dus ontslagen worden.

Aan het einde van de 18e eeuw werd de koning van Frankrijk ook inderdaad ontslagen. Lodewijk XV was inmiddels opgevolgd door Lodewijk XVI. Hij had te maken met een enorme staatsschuld en enkele mislukte oogsten en wist niet hoe hij de toestand in zijn koninkrijk weer recht kon zetten. Het volk kwam inopstand. De koning werd van de troon gehaald en terecht gesteld. Dit gebeurde doormiddel van een nieuwe uitvinding. Dankzij de guillotine konden ze heel snel mensen onthoofden.

Nederland was het grootste gedeelte van de 18e eeuw een beetje ingedut. Ze hadden in de 17e eeuw heel veel geld verdiend door de handel in specerijen. Maar ze hadden ook alles verloren door de oorlogen met Engeland en Frankrijk. Nadat ze van de schrik bekomen waren verzonnen ze een nieuwe manier om geld te verdienen. Deze keer haalden ze mannen en vrouwen uit West-Afrika vandaan en vervoerden hen per boot naar de Nederlandse kolonies in Zuid-Amerika. De Afrikanen moesten hier als slaven werken op de suiker- en katoenplantages. De leefomstandigheden van de slaven waren erg slecht. Ze werden als oud vuil behandeld. Daarom waren er steeds meer mensen die tegen de slavenhandel gingen protesteren. De slavenhandel is een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis.

Maar Nederland werd wel weer rijk dankzij de slavenhandel. Net als in de Gouden Eeuw bouwden ze enorme huizen en breidden ze hun steden uit. Veel rijke handelaren en edellieden hadden twee huizen. Ze hadden er eentje in de stad en eentje op het platteland. De huizen op het platteland waren vaak enorm. Ook hadden ze enorme tuinen. Deze huizen noemen we buitenhuizen. Er waren hele wijken vol met dit soort huizen

Maak jouw eigen website met JouwWeb